Gisteren hoorde ik iets,
dat me ontzettend heeft geraakt.
Het wereldje waar ik me na een aantal weken
weer op had verheugd..
Viel in scherven uit elkaar.
Maar ik glimlach als ik het hoor,
Bijt op mijn lip om de pijn te vergeten.
Zodat niemand zou zien,
Dat het me vanbinnen kapot maakte.
's Avonds alleen thuis,
kijk ik verward voor me uit.
Ik kan het nog steeds niet geloven,
En ik denk dan terug aan jou.
Ik kan niet huilen, dat gun ik jou niet.
Langzaam maar zeker val ik dan toch in slaap.
Vandaag sta ik met een twijfelend gevoel,
weer op de plek waar ik het gisteren hoorde.
En ik doe alsof er niets is gebeurd.
Met mijn masker op praat ik met de anderen mee,
maar mijn masker valt langzaam af.
Ik staar roerloos voor me uit.
Ik kan niet meer lachen.
Ik luister ook niet meer naar wat de anderen tegen me zeggen.
De dag gaat als een waas voorbij.
's Avonds lig ik stil in mijn bed, starend naar het plafond.
Ik kan het gevoel niet langer wegduwen.
Ik kan mezelf niet langer bedriegen.
Het is voorbij, en dan begin ik te huilen.
Morgen is een nieuwe dag, een nieuw begin, een nieuwe start.
Met veel vertrouwen loop ik rond, met nog steeds mijn masker op.
Het masker heeft scheuren en breuken opgelopen.
Het is gebroken, maar ik bijt het van me af.
Niet hier, denk ik dan.
's Avonds in bed, begin ik weer te huilen, omdat ik weet dat het echt voorbij is..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten